Bericht aan thuiszitters, 14 april
Het is wel heel raar: Pasen vieren en thuis moeten blijven! Niet naar de kerk kunnen (of naar de meubelboulevard, naar de Keukenhof of de camping; doorhalen wat niet van toepassing is…)
In Johannes 20: 19 staat dat ook de leerlingen van Jezus op de avond van die eerste dag van de week de deuren hadden afgesloten omdat ze bang waren. Er is niets nieuws onder de zon…
Toch laat Pasen zich niet tegenhouden! Jezus verschijnt door dichte deuren heen, en lied 630 zingt: ‘Het leven brak door aarde en steen! Uit alle wondren om u heen spreekt, dat God heeft gesproken’.
Thema voor deze week is ‘Nieuw leven’.
Pierre Eijgenraam en Arjen Hiemstra, redactie
Dinsdag 14 april, door Joost Röselaers
Na een terroristische aanslag in België schreef Griet op de Beeck een gedicht dat voor mij verwoordt waar Pasen voor staat. Het biedt perspectief op nieuw leven, voorbij angst en verderf.
Laten wij leven, voluit en gretig, omdat wij dat mogen,
en het daarom dubbel zo goed moeten doen.
Laten wij geen engelen zijn, maar als het kan toch ook geen duivels.
Laten wij mensen zijn.
Laten wij ze openlaten: onze deuren, onze armen, onze geesten.
Laten wij pantsers afleggen, en de andere tegemoet treden- telkens weer.
Laten wij slapende honden keihard wakker maken.
Laten wij blijven geloven in dromen, die ook uitkomen.
Laten wij veel verwachten, genoeg spijt hebben,
in zeven sloten tegelijk lopen, en alle dingen aankijken:
ook wat ons verontrust.
En laten wij begrijpen wat de liefde is,
en onthouden dat de liefde alles is. Of toch: bijna alles. Laten wij durven.
Dat lijkt mij inderdaad wat ons te doen staat: begrijpen, wat de liefde is. Liefde, sterker dan de dood. Liefde die altijd weer nieuwe wegen opent waar uitzichtloosheid dreigt. Ja, laten wij durven!
Gebed
Heer God, Gij gunt ons het licht van onze ogen.
Gij hebt onze geboorte gewild,
Niet voor het duister hebt Gij ons gemaakt,
Niet voor de dood,
maar om te leven naar U toe, van ganser harte.
Maar wees dan ook barmhartig
en neem ons bij de hand.
Keer ons ten goede, ten leven,
vandaag en in eeuwigheid
Huub Oosterhuis in ‘Bid om vrede’