Bericht voor thuisblijvers, 22 april
Een nieuw thema: buiten, de tuin in, de paden op, de wegen van deze wereld langs trekken. In april verlaten doorgaans de eerste vakantievierders al het land.
Nu is alles anders: reizen en trekken naar buiten is voorlopig nog niet aan de orde.
Wat is buiten eigenlijk? En wat is binnen? Hier is opnieuw een bericht voor thuisblijvers.
Pierre Eijgenraam en Arjen Hiemstra, redactie
Woensdag, door Marieke Fernhout
Buiten
Als ik aan ‘buiten’ denk in deze tijd, tussen Pasen en Pinksteren, denk ik aan de pinksterbloemen die, in mijn herinnering, altijd bloeiden als ik bij mijn grootouders in de Achterhoek op bezoek was. Dat zal heus niet altijd zo geweest zijn, maar het geeft wel aan dat mijn herinneringen aan ‘daar’ en ‘toen’ vertellen van goede tijden. Van steeds buiten zijn, met je neus in het gras liggen, proberen de koeien te aaien en pinksterbloemen plukken om oma een boeketje te geven…Het onderstaande gedicht van Kalil Gibran geeft me hetzelfde gevoel als toen.
Het lied van de bloem
Ik ben een vriendelijk woord,
door de stem van de natuur geuit en herhaald.
Ik ben een ster, gevallen van het blauwe firmament op het groene grastapijt.
Ik ben de dochter der seizoenen,
door de winter onder het hart gedragen, door de lente gebaard,
door de zomer grootgebracht
en ter ruste gelegd in het bed van de herfst.
Bij de dageraad verenig ik mij met de bries om de komst van het licht aan te kondigen; in de avondstond voeg ik mij bij de vogels om de dag vaarwel te zeggen.
De vlaktes zijn getooid met mijn fraaie kleuren, de lucht gaat zwanger van mijn geuren.
Als ik de sluimer omhels,
waken de ogen van de nacht over mij; ontwaakt, staar ik naar de zon,
het enige oog van de dag.
Ik drink dauw als wijn,
ik luister naar het kwinkeleren van de vogels
en dans op het ritmisch zwaaien van het gras.
Ik ben de gave van de liefde.
Ik ben de bruidskrans.
Ik ben de herinnering aan een ogenblik van geluk. Ik ben de laatste gift van de levenden aan de doden. Ik maak deel uit van vreugde en verdriet.
Altijd kijk ik hemelwaarts om enkel het licht te aanschouwen, Nooit sla ik de blik naar beneden om mijn eigen schaduw te zien. Dit is een wijsheid die de mens zich nog niet eigen heeft gemaakt.
Gebed
Maak ons stil van binnen, haal weg de druk, de drang, de onrust –
misschien kunnen we
dan iets van U horen,
een Stem die ons aanroept, toespreekt en troost.
Jurjen Beumer in ‘Op de drempel – Gebeden bij wisselend tij’, Baarn, 1999.
bericht voor thuisblijvers