Bericht voor thuisblijvers, 2 en 3 juli
Thema: Lef
Donderdag 2 juli: Monique Maan
Bij het woord ‘lef’ denk ik aan één van mijn dochters. Toen we naar Arnhem verhuisden, kwam ze op haar nieuwe school in groep 6. En ze werd daar direct geconfronteerd met een nare situatie: er was een groepje populaire meisjes, en er was een meisje dat systematisch door dat groepje gepest werd. We hoorden verhalen over gymkleren die verstopt werden, het meisje dat ‘toevallig’ tegen een gloeiende verwarming werd geduwd enz. Het populaire groepje wilde onze dochter graag in hun midden opnemen, maar onze dochter kon het ook goed vinden hun slachtoffer.
Terwijl wij als ouders ons afvroegen wat te doen en hoe dit aan te pakken (contact opnemen met school? contact zoeken met ouders? en wat was wel of niet in het belang van onze dochter?), had dochter allang bedacht wat zij ging doen. Een paar weken later was ze jarig en voor haar feestje nodigde ze beide partijen uit. Wij vonden het wel een beetje spannend, maar door de vanzelfsprekend waarmee onze dochter dit deed, accepteerde iedereen de uitnodiging. Het feestje was gezellig en verliep in goede orde, al was het helaas ook weer niet zo dat er na dit feestje nooit meer gepest werd. Daarvoor is meer nodig geweest. Maar onze dochter heeft er wel een goede en belangrijke stap in gezet.
Het lef om te doen wat zij vond dat gedaan moest worden, zonder zich te laten hinderen door wat anderen ervan vonden of wat er moeilijk zou kunnen zijn, is me tot op vandaag (bijna 20 jaar later) bijgebleven.
Vrijdag 3 juli: Elsje Pot
Durven, moed hebben, lef, waarschijnlijk ben ik niet de enige die deze week vertelt dat het een jiddisch woord is, in het Hebreeuws is lef/v hart. Ik ben niet echt ondernemend in de zin van spannende reizen willen maken, maar misschien heb ik wel een beetje lef. Ik doe wel mijn mond open over zaken die me na aan het hart liggen.
Al schrijvende bedenk ik me: geloof is ook iets dat me na aan het hart ligt. En ik vraag me af: heb ik het lef om er frank en vrij over te praten? Ja, als ik mijn werk als predikant doe, maar als ik niet werk, in contact met familie, vrienden, kennissen, buren, en al die andere mensen, die ik ontmoet? Ik moet u bekennen dat ik daar dikwijls het lef niet voor heb en ik ben niet de enige. Natuurlijk praat ik er wel over, maar vooral omdat ernaar gevraagd wordt. Als mensen horen dat ik predikant ben, worden er vragen gesteld, vooral over wat ik zoal doe, maar ik realiseer me nu dat ik in zo’n gesprek dan niet vol vuur voor de inhoud ga.
De laatste jaren laat ik in gesprekken merken dat ik geloof, maar ik vraag me af: doe ik dat ook met lef, spreekt mijn hart dan ook mee, kunnen mensen aan mij zien dat het mij raakt? Over geloof praten kan ook heel afstandelijk en theoretisch, over verhalen uit de bijbel bijvoorbeeld. Een beetje meer lef zou geen kwaad kunnen.