Bericht voor thuisblijvers, 29, 30 juni en 1 juli

,

Thema: Lef

Voor deze week is het thema ‘lef’. Dat woord komt uit het Hebreeuws en betekent ‘hart’. In het hedendaagse taalgebruik heeft het de betekenis ‘durf’ of ‘moed’ gekregen. Marieke Fernhout pleit ervoor die twee begrepen vooral samen te houden.

Ook andere aspecten van het begrip ‘lef’ komen aan de orde.

We wensen u weer veel leesplezier!

Pierre Eijgenraam en Arjen Hiemstra, redactie

 

De legende van de sleutel

Volgens een oude legende waren de engelen niet blij toen God de mens had geschapen. Ze wilden vooral dat de mens op de aarde zou blijven en niet zou terugkeren naar de hemel. ‘We moeten de hemel afsluiten’, zei Michael. ‘Maar waar laten we de sleutel dan?’ zei Gabriel. ‘Op een plek waar de mensen hem niet kunnen vinden’, zei Rafaël.

Een van de engelen stelde voor om de sleutel op de bodem van de diepste oceaan te leggen. Een andere engel dacht aan de top van de hoogste berg. Weer een ander dacht aan een grote zandwoestijn of een afgelegen eiland. ‘De mensen zijn slim’ zei Gabriel. ‘Waar je hem ook verstopt, ze zullen hem vinden’.

‘En als we hem verstoppen in het hart van de mens? ‘ stelde een engel voor.

Toen sprak God: ‘Dat is niet een plek waar de mensen makkelijk zullen gaan zoeken. Maar laten we wel afspreken: als ze hem vinden, dan zullen ze hier welkom zijn!’

 

Naverteld uit: Erich Kaniok, Sleutels tot het hart, verhalen en parabels uit Oost en West, uitgeverij Asoka

 

Maandag 29 juni: Marieke Fernhout

‘Lev’ is het Hebreeuwse woord voor ‘hart’. Ik vond een mooie beschouwing over de betekenis van dit woord in het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 11 september 2015, van de hand van hoofdredacteur Esther Voet. Hieronder enkele passages uit dit artikel.

“Lef heeft een specifieke inhoud: het is wat je nodig hebt om angst te overwinnen. Immers, als je geen angst kent, waarvoor zou je dan moed nodig hebben? Maar moed is niets, inhoudsloos, wanneer het zonder hart komt. Lef zonder hart is niets meer dan streven naar macht en bevestiging van het eigen ego.

Lef gecombineerd met lev is een onoverwinnelijke combinatie. Moed verenigd met het hart verwoordt tenminste authenticiteit. […]

Zijn we lef? Of zijn we lev? En wie zouden wij kunnen zijn als we beide zouden verenigen? Wat zouden we dán nog meer voor de wereld kunnen betekenen?”

 

Dinsdag 30 juni: Margriet Kok

Het lef van Lydia

Lydia werd bedreigd. Voor haar veiligheid moest deze Keniaanse verdediger van mensenrechten onderduiken. Om even op adem te komen verbleef Lydia een paar maanden als Shelter City gast in Nijmegen. In 2018 ontmoetten mijn vriendin Mieke en ik haar in Nairobi. Lydia verdedigt de sociaal economische en democratische rechten in Kenia. Zij heeft het lef om met gevaar voor eigen leven samen met lokale instanties op te komen voor betere rechten voor boeren. De boeren die de grond bewerken bezitten het land niet namelijk niet vanwege koloniale wetten. ‘Ook al bewerkt jouw familie vijftig jaar de grond. Je kan het van de ene op de andere dag kwijt raken.’ Lydia stelt de oneerlijke verdeling van het irrigatiewater ook aan de kaak. Door deze activiteiten komt Lydia regelmatig in botsing met regeringsinstanties die geen rekening houden met de belangen van de lokale bevolking. Lydia, als voorvechtster van de democratie zat ook in de commissie die moest toezien op eerlijke verkiezingen in Kenia. Vanwege het opkomen voor deze rechten is ze meerdere malen mishandeld en met de dood bedreigd. Ze moest voor haar veiligheid onderduiken en voelt zich nog steeds onveilig.

Het was enorm confronterend om haar verhaal te horen. In haar onderduikadres te zijn waar Lydia verblijft om zo het gevaar te ontlopen. En dit alles alleen omdat zij op een vreedzame manier, de rechten van andere Kenianen aan de kaak durft te stellen. Dit zal me altijd bij blijven. En ik bewonder haar moed en veerkracht om ondanks het gevaar dat ze loopt, op te komen voor een rechtvaardige samenleving. Dat is LEF!

 Ga, je bent gezonden

Om de kastanjes uit het vuur te halen

Heb het lef om de waarheid

te spreken

zelfs al is het soms verleidelijk om

met de massa te zwijgen.

 

Woensdag 1 juli: Joost Röselaers

De Italiaanse filosofe Elena Pulcini schrijft over de nieuwe toenemende behoefte aan gemeenschap als een product van de globalisering. De globalisering creëert een ambivalent proces. Op wereldschaal wordt alles meer universeel, homogeen en gestandaardiseerd, maar op lokaal niveau nemen fragmentatie en verschillen tussen mensen juist toe. Oude zekerheden vallen uit elkaar en de roep om een nieuwe identiteit klinkt. Mensen willen ergens bij horen, en zoeken naar ruimtes waar zij zichzelf in anderen herkennen, zich met elkaar solidair kunnen voelen en naar gedeelde doelen kunnen streven.

Deze roep om gemeenschap is vaak sterk emotioneel en niet zonder gevaar. Mensen kunnen zich rondom allerlei gevoelens en verlangens groeperen, zoals bijvoorbeeld onzekerheid, angst en heimwee naar hoe het vroeger was. Zij verklaren zich  solidair aan elkaar door verontrustende anderen buiten te sluiten, een gezamenlijke vijand als bindmiddel. Wij lijken op elkaar, delen bepaalde gewoontes en waarden en daarom houden wij van elkaar, wij sluiten verschillen buiten. Excessen en gewelddadigheid liggen op de loer.

Tegenover deze angstverbanden hebben wij gemeenschappen-met-lef (moed – coeur – lev) nodig, aldus Pulcine. Gemeenschappen die de sprong naar de ander centraal durven te stellen in de formulering van de eigen identiteit Ik Ben Omdat Wij Zijn – om zelf te kunnen zijn  hebben wij elkaar nodig. 

In haar boek Men in Dark Times schrijft Hannah Arendt dat wij zelfs in de meest donkere tijden het recht hebben om enige verlichting te verwachten. ‘Deze verlichting zal minder van theorieën en concepten komen, dan wel van het onzekere, flikkerende en vaak zwakke licht dat sommige mannen en vrouwen, in hun leven en werken onder bijna alle omstandigheden aansteken en uitstralen over de tijd die hen op aarde gegeven is.’

Gemeenschappen-met-lev willen oefenplaatsen zijn van geloof, hoop en liefde waar iedereen welkom is. Oefenplekken voor de moed om kwetsbaar te zijn om samen lichten aan te kunnen steken in tijden van ontregeling