Bericht aan thuisblijvers, dinsdag 15 september

,

door Elsje Pot

Ik heb veel brieven op papier geschreven aan vriendinnen, opa en oma’s, mijn ouders en anderen. Het schrijven van brieven is in onbruik geraakt sinds bijna iedereen een e-mailadres heeft. Maar als ik een handgeschreven brief in de brievenbus vind, maakt mijn hart een sprongetje van vreugde en ik heb de neiging om meteen terug te schrijven.

Soms moet je moeite doen om een geschreven brief te ontcijferen, niet iedereen schrijft even duidelijk. En als ik post krijg van mensen met wie ik veel geschreven heb, zie ik al aan het handschrift van wie het komt. Een e-mail laat niets te raden over: je ziet meteen wie de afzender is en de getypte letters stellen je ook niet voor problemen. Ik krijg tegenwoordig e-mails van iemand die bijzonder onduidelijk schreef, maar gek genoeg mis is ik die nauwelijks te ontcijferen handgeschreven brieven.

Als je gedwongen wordt om na te denken over wat er nu eigenlijk precies staat, dringt de tekst zich des te nadrukkelijker aan je op. Nu ik er over nadenk, dat gebeurt eigenlijk ook als ik met het beetje Hebreeuws en Grieks dat ik machtig ben een Bijbeltekst probeer te ontcijferen.

In het nieuwe testament staan veel brieven. Ik vraag me af, zouden de harten van de ontvangers van die brieven destijds ook een sprongetje van vreugde hebben gemaakt, of maakten ze zich zorgen over wat er nu eigenlijk precies staat? Niet alles wat er in die brieven staat is heel duidelijk, ook gedrukte letters kunnen je hoofdbrekens bezorgen.