Bericht voor thuisblijvers, 29 september
door Monique Maan
Breng jij mij weg tot aan de brug?
Ik ben zo bang om daar alleen te staan.
Als we daar zijn, ga niet direct terug,
maar wacht totdat ik overga en zwaai me na.
Dan voel ik mij heel veilig en vertrouwd.
Breng jij mij weg tot aan de brug –
‘k heb geen idee hoe diep het water is,
de overkant lijkt mij zover.
Je kunt de oever hier niet zien.
Zover het oog reikt, zie ik mist,
ik twijfel aan het verdergaan.
Breng jij mij weg tot aan de brug?
En ga dan niet te vlug terug.
Zwaai mij na als ik erover ga.
Een heel klein duwtje in de rug
is alles wat ik nog verlang van jou.
Dank voor je liefde en je trouw.
Ik ga nu gauw,
want het begin is reeds in zicht:
ik voel de warmte van een Licht.
Dit gedicht van Toine Lacet klonk in een afscheidsdienst waarin ik een aantal jaren geleden mocht voorgaan.
Het gedicht was door de familie gekozen omdat het voor hen zo mooi verwoordde hoe de laatste dagen met hun moeder en oma geweest waren. Nauwe verbondenheid met elkaar, maar ook het besef elkaar te moeten loslaten bij het overgaan van de brug van leven naar dood. Maar zelfs dat loslaten kan in verbondenheid.