Bericht voor thuisblijvers, 5 oktober
Deze week is het thema ‘hand’.
Handen laat je wapperen. Je grijpt ermee, houdt vast en laat valllen. Je raakt ermee aan, je omhelst, zwaait en slaat. Je bespeelt er een instrument mee. En voorzien van een werktuig kun je er van alles mee maken – je timmert, schildert, snijdt…
Handen staan voor daden. Dat valt op als je naar uitdrukkingen met ‘handen’ kijkt. In de Bijbel is dat ook goed te zien: ‘Hand’ staat voor macht van mensen en van God.
door Elsje Pot
In de kerk hebben we een mij steeds dierbaarder geworden ritueel: zegening. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik gezegend werd, toen ik belijdenis deed: ik werd overvallen door emotie. Toch heeft het wel enige tijd geduurd voor ik in mijn werk de zegen een grotere rol gaf.
Tijdens de Europese Vrouwensynode in 1996 werd aan de deelneemsters bij de afscheidsceremonie gevraagd om elkaar te zegenen. Ik stond naast een vrouw uit Oost-Europa en het ontroerde haar dat zij gezegend werd door een predikant. Het gaf haar hoop dat ook in de Oosters Orthodoxe Kerk vrouwen dat ambt zouden kunnen bekleden.
Omgekeerd deed het mij beseffen dat ik met de zegen een krachtig instrument in handen heb.
Inmiddels heb ik vele stervenden en een enkele keer een overledene de handen opgelegd en gezegend. Ik doe dat altijd door beide handen op het hoofd te leggen en een korte zegenbede uit te spreken. En ik merk dikwijls dat een stervende er rustig van wordt en dat eventuele getuigen, bij deze toch wel intieme handeling, ontroerd raken.
Als stadspredikant heb ik mensen gezegend op hun verzoek. Tijdens avonden waarop kaarsjes konden worden aangestoken, werd via een wegwijzer met daarop ‘zegening’ gewezen op deze mogelijkheid.
De schroom die ik toch elke keer voel als ik mensen zegen buiten het kader van de eredienst, vloeit als vanzelf weg, als ik zie hoeveel het voor mensen betekent.
Inmiddels is één van mijn geliefde uitspraken dat je elkaar nooit te veel kunt zegenen.