Bericht voor thuisblijvers, 19 november

,

Elsje Pot

Het woord ‘weg’ heeft meerdere betekenissen: iets kan weg zijn, kwijt zijn; je kunt weggaan; en er is ook nog ‘de weg’. Het heeft vast met corona te maken, want ik dacht bij ‘weg’ meteen: dat is het tegenovergestelde van ‘blijf thuis’. Het is wonderlijk hoe omstandigheden associaties oproepen, die je daarvoor nooit gehad zou hebben.

Begin november was ik een week vrij en werd de oproep om thuis te blijven steeds dringender. Nou is dat niet zo heel moeilijk als je eigenlijk nergens naar toe kan en als je in eigen omgeving volop van de natuur kunt genieten. En er vallen ook altijd wel klusjes te bedenken, waar je normaal gesproken de tijd niet voor neemt.

Maar het verbaast me toch dat ik gedurende die week heel dikwijls heb gedacht: ik kan nergens naar toe, laat ik maar iets gaan bakken, ik kan toch niet weg, laat ik de administratie maar op orde brengen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Merkwaardig omdat ik bij een weekje vrij meestal denk: ‘laat mij maar thuisblijven’. De boodschap ‘blijf thuis’ wekt in mij een verlangen naar ‘weg kunnen’ op.

In het apocriefe boek Sirach 32 staat in vers 12: ‘Thuis kun je je vermaken en doen wat je prettig vindt, maar bezondig je niet aan hooghartige woorden.’

Nu denk ik: ja, als ik kan kiezen, dan lijkt het aantrekkelijker om je thuis te vermaken dan om weg te gaan, maar als ik niet kan kiezen, ligt het gevoelsmatig blijkbaar toch andersB