Bericht voor thuisblijvers, 10 december
door Johannes Kon
Mijn tante van moederszijde oftewel haar oudste zus (geb. 1913) heette Johanna Maria Elisabeth Isbrücker (in onze kring : tante Jo); ze diende bij de Marva, was vaak in toenmalig Nederlands-Indië en werd ambtenaar bij het departement van CRM. Zij was de zaak van de “Ambonezen” zeer toegedaan en reisde in haar Morris Minor – een eigen auto; een zeldzaamheid in die tijd, toen lease auto’s nog niet bestonden – stad en land af om al die kampen en woonoorden te bezoeken. En ja, ze was ongetrouwd en …. ? Geen idee.
Mijn grootvader heette Johannes Eliza; naar hem ben ik vernoemd.
De “Elisabeth Bode” heb ik jarenlang bezorgd bij de 11 “gereformeerde” gezinnen in Dinteloord/Steenbergen. We schrijven 1955/1960 en iets later.
En het zal geen verbazing wekken, dat in mijn verzameling sigarenbandjes “Elisabeth Bas” veelvuldig voorkomt.
Zacharias : ik zou de naam nooit direct in verband brengen met een bijbelboek of een verhaal uit de Bijbel – gepreoccupeerd als ik ben met de Zeeuwse familienaam Zachariasse (of Joziasse). Ik woonde nl. 1 jaar in Goes (1966 – 1967), waar ik mijn eerste partner, wijlen Klaaske K., ontmoette (Cornelia Elisabeth).
Iemand uit Arnhem Zuid, die deze column leest, zal nu wellicht opveren.
Ik kwam nadien in contact met anderen, die “Elisabeth” in haar naam voeren.