Bericht voor thuisblijvers, 16 januari

,

door Hubertien Oostdijk

Bij het woord licht denk ik meteen aan het binnenbrengen van de Paaskaars in een donkere kerk, tijdens de Paaswake. Eén klein vlammetje licht, een vlammetje hoop en met het aansteken van onze wake kaarsjes aan dat ene vlammetje neemt het licht toe en hopelijk de hoop ook! Met de tekst daarbij: ‘licht, licht, alles is licht geworden’. En dan met onze wakekaarsjes aan, de kerk uit, zingend: ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’, met vooral de regels ‘Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt’. Mooi!

Het was een sport van sommige gemeenteleden om hun wakekaarsje brandend mee naar huis te nemen om daar hun eigen huispaaskaars mee te kunnen ontsteken… maar het gebeurde nog wel eens dat de wind spelbreker was!

Juist in deze donkere vaak grijze dagen verlang je naar licht en ben je blij met iedere opklaring, met ieder zonnetje. Want het duurt in januari nog zo lang voordat je iets merkt van het lengen van de dagen. Licht, we kunnen niet zonder en we verlangen er in deze maand zo naar. En nu nog extra vanwege de lockdown, met al die dichte winkels, scholen en noem maar op. Ik hoop van harte dat we richting voorjaar, zomer ook werkelijk wat licht mogen ervaren, meer licht van buiten, vermindering van corona, toename van mensen die gevaccineerd zijn en versoepeling van de regels. Wat zal dat een vreugde, een lichtpunt zijn, teken van hoop.

Tot die tijd zullen we ervan moeten dromen en er in onze huizen van moeten zingen.