Bericht voor thuisblijvers, 18 maart
Kees van Keulen
Als de ‘verloren zoon’ weer thuiskomt, zegt zijn vader tegen de knechten: ‘Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen’. Mooi toch! De jongen zal er letterlijk en figuurlijk naakt bijgelopen hebben.
Of we overigens veel waarde aan z’n schuldbelijdenis kunnen hechten, is voor mij een vraag. Kwam hij niet alleen maar terug om iets ‘om het lijf’ te hebben? Toen de oudste zoon naar huis kwam en hoorde wat er was gebeurd, werd hij woedend en wilde niet naar binnen gaan. De vader reageert prachtig: ‘Mijn jongen, jij bent altijd bij mij, en alles wat van mij is, is van jou’.
Desalniettemin, logisch toch hoe de oudste zoon reageert! Was het niet -op z’n zachtst gezegd- onhandig hoe de vader dit had aangepakt? Was hij er niet de oorzaak van, dat de oudste zich volledig miskend voelde? Bovendien gaf de vader zonder overleg weg van wat van hen beiden zou zijn. Weg mooie woorden!
Zal het ’s avonds -zonder de oudste zoon- een fijn feest zijn geworden?