Bericht voor thuisblijvers, 30 maart

,

door Arjen Hiemstra

De doden begraven, dat vind ik misschien wel het mooiste werk wat ik doe als dominee. Dat klinkt misschien raar want een begrafenis is een verdrietig moment. En toch vind ik het niet heel vervelend om te doen.

Ik heb de nodige begrafenissen en crematies meegemaakt in mijn leven als predikant, ik schat ruim 150. De uitvaarten waren groot (bij de begrafenis van de directeur van een bedrijf in het dorp) of klein (bij een mevrouw zonder familie, alleen de kerkelijke vrijwilligers waren er). Sommige afscheidsdiensten waren uitbundig (bij de begrafenis van een kind van 6 waren er vlinders en bloemen, live muziek van een kermisartiest en vele teksten), andere waren heel ingetogen (bij de begrafenis van een doodgeboren kind: vanuit de woonkamer van het gezin, alleen de ouders en de twee zusjes waren er bij). Soms kende ik de overledene heel goed op andere momenten werd ik gebeld of ik de uitvaart wilde doen van een mij volslagen onbekende.

Eigenlijk merk ik dat als er doden begraven worden, er bijna altijd aandacht is. Dat mensen luisteren, hun best doen om elkaar te begrijpen en mij voldoende toe te rusten om tot goede woorden te komen. En wat ik doe of zeg of hoe ik mij opstel, doet er toe. Als ik aandacht heb, en ruimte bied voor gevoelens van anderen, dat helpt hen die achterblijven verder. En daarom vind ik het niet vervelend om te doen.

De doden begraven geeft ook Heilige Momenten. Dan voelt God dichtbij.