Bericht voor thuisblijvers, 3 april

,

Johannes Kon

Ik verkeer in de (wellicht) gelukkige omstandigheid, dat ik zelf maar weinig doden te begraven heb gehad; niet dat ik geen ‘vaste’ gast ben op Moscowa, Heidepol, Heiderust en Koningsakker. Velen uit mijn brede kennissenkring gingen mij al voor.

Ook mijn fascinatie voor overlijdensberichten in kranten is legendarisch.

Altijd herken ik wel iemand van ooit en de familie bericht ik dan ook.

De familie is beperkt : oom A te dB -hoffotograaf; zijn vrouw -mijn tante; mijn oom A. te N. en zijn vrouw A. -lid van het Apostolisch Genootschap. Mijn tante J. te DH -Marva soldaat in Indonesië/rijksambtenaar min CMW en haar zus M. te DH en haar man BT. Nooit meer ‘dood’ gezien.

Dus mijn ervaringen beperken zich tot die van mijn moeder (Den Haag; 17-06-1917 – Arnhem; 17-12-2014) en mijn vader (De Bilt; 03-01-1922 – Arnhem 16-07-2018). Heidepol dus. De begrafenis van mijn eerste schoonouders heb ik nooit bewust meegemaakt; die van hun dochter in V. wèl; de nooit gekende overlijdens/ begrafenissen van mijn erg bekende tweede schoonouders (1979 resp. 2008) te O.: geen idee.

En mijn 3e schoonmoeder mocht ik vaak levend(ig) en wel ontmoeten en op haar begrafenis te E/Z zijn.

Er zijn ergere dingen in het leven.

Johannes, schoonzoon van menigeen; de oudste in de familie K.