Bericht voor thuisblijvers, 19 april

,

Het thema van deze week is ontleend aan de geschiedenis van Jezus en Thomas. Thomas gelooft pas dat Jezus is opgestaan als hij zijn vingers in de wonden van Jezus hand en zijn eigen hand in de wond in de zij van Jezus kan leggen (Johannes 20, 24-29) Daarop zegt Jezus: “Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven”.

Bij Thomas gaat het over het geloven in de opstanding van Jezus. Dat wil hij eerst nog wel eens zien.

Deze week gaan de berichten voor thuisblijvers over ‘Eerst zien, dan geloven’.

Pierre Eijgenraam en Arjen Hiemstra, redactie

 

Maandag 19 april – Elsje Pot

Niet alles in het leven laat zich afdwingen: liefde en geluk bijvoorbeeld en ook geloven hoort daarbij. Je kunt mensen vertellen over geloof, wat het voor jou betekent, je kunt Bijbelverhalen vertellen, je kunt ze uitleggen, maar daarmee breng je een ander niet automatisch tot geloof.

Ooit vertelde een gemeentelid mij hoe hij kort daarvoor aan zee was geweest, overspoeld werd door de golven en dacht te gaan verdrinken. Met tranen in de ogen vervolgde hij zijn verhaal, niet omdat hij bijna dood was gegaan, maar ontroerd omdat hij had ervaren dat het niet erg was om te sterven, het was prachtig mooi geweest. Die bijna-dood ervaring gaf hem een vaster fundament onder zijn geloof, dan al die jaren waarin hij preken en Bijbelverhalen had gehoord.

Is dit een voorbeeld van ‘eerst zien en dan geloven’? Wat was er nu werkelijk te zien geweest? Objectief waarneembaar is zo’n bijna-dood ervaring niet. Geloven heeft met vertrouwen te maken en iets van God ervaren kan dat geloof versterken. Daarvoor hoef je echt niet een bijna-dood ervaring te hebben: ook een kracht, een licht, een stem, verwondering, nieuwsgierigheid, troost of rust kunnen dat bewerken. De gemeenschappelijke deler in de verhalen die ik hierover hoorde en zoals ik het zelf ervaren heb, is: het kan je zomaar overvallen.

Soms zeggen gelovige mensen: ‘als ik er maar meer van zou merken…’. Wat zou dat toevoegen? Of betekent zo’n uitspraak eigenlijk: ‘ik wil het eerst zien, dan kan ik pas geloven…’?