Bericht voor thuiszitters, 23 mei

,

Jos Hordijk

Toen wij in Arnhem kwamen wonen was ik kerkelijk uitgeschreven. Ik had mijn partner leren kennen en met haar wilde ik het weekend doorbrengen, maar ondanks die romance begon er na verloop van tijd iets aan mij te knagen. In Arnhem zong ik bij de oecumenische cantorij (zover was ik blijkbaar nog niet afgedwaald van de kudde) en ik besprak met de alten dat ik merkte dat ik voeding miste.

Toen mij steeds duidelijker werd dat ik die voeding in de kerk wilde halen begon ik te fantaseren hoe het zou zijn om terug te gaan naar de kerk. Ik belde met het kerkelijk bureau waar ik vriendelijk te woord werd gestaan. ‘ Uitgeschreven? Even kijken. O, u zit in de B- bak. Ik zet u wel even terug! Naar welke kerk, weet u niet? Dan is de Diaconessenkerk wel wat voor u. Dag mevrouw’. Zo kwam ik in de Diaconessenkerk en daar hoorde ik hoe de liederen van Huub Oosterhuis, op de cantorij geleerd, de Bijbelteksten vertolkten. Het was of ik thuis kwam.

Klaas Eldering ontving mij allerhartelijkst en toen hij vertrok kwam Lyonne Verschoor met haar ‘voor grote en kleine mensen’. Ze had met Pinksteren een bosje uitgebloeide paardenbloemen in haar hand en legde uit dat wij de Geest niet konden zien, net zoals we de wind niet konden zien en die was er toch wel. Waarop ze de kinderen in de kerk de bloemetjes uit liet blazen en we zongen Geest van hier boven en ik was in de gloria.