Bericht voor thuisblijvers, 19 juni
Jos Hordijk
Mijn schoonmoeder, ik heb al eerder over haar gesproken is 98 jaar. Haar hoofd is nog helemaal goed, ze ziet er ook nog prachtig uit. Lichamelijk begint ze wel wat vermoeid te raken. Ze doet soms een kort middagdutje, is nog vol levenslust en ziet haar leven zeker niet als voltooid. Zo heeft ze rond de kerst nog een op maat gemaakte sta-op stoel aangeschaft. Ze vindt hem heerlijk zitten, maar het sta-op deel heeft ze nog niet in gebruik genomen. Zolang ze het zelf nog kan staat ze op met behulp van de kracht in haar eigen armen. Het voetenbankje heeft ze ook nog niet nodig, misschien later. Ze zegt nog net niet ‘als ik oud ben’.
Mijn schoonmoeder is blij dat haar dochter haar boodschappen doet, ondertussen voeren wij een goed gesprek. Als het mooi weer is doet ze zelf ook nog wel eens een boodschap. Voor Corona vierde ze ieder jaar haar verjaardag met een lunch in een restaurant met kinderen, aangetrouwde kinderen, kleinkinderen met partners en de laatste keer zelfs met een achterkleinkind. Zo’n bijeenkomst is vermoeiend, maar elk jaar zegt ze ‘dat was gezellig, volgend jaar weer’.
Mijn oudste broer noemt het afgelopen Coronajaar ‘een verloren jaar’. Wij komen uit een gezin waar we minder vertrouwen mee kregen dat wij oud kunnen worden. De verjaardag van mijn vader moest groots gevierd worden toen hij 70 werd. Mijn oudste zus zei ‘het kan de laatste wel eens zijn’ We hebben er toch nog 9 gevierd.