Bericht voor thuisblijvers, 25 juni
Elsje Pot
Op een regenachtige dag fietste ik door Giethoorn op weg naar een afspraak. Het was inmiddels een sport geworden om alle bruggetjes met dezelfde vaart te nemen als het kronkelende fietspad. Dat lukte overigens alleen als het dorp niet zwart zag van de toeristen.
Eén keer ging het goed mis: ik voelde mijn fiets weg glibberen. Ik zag mezelf al met mijn fiets in de dorpsgracht belanden. De brugleuning bood hardhandig redding, ik bleef er met mijn bovenlijf op hangen en kon ook mijn fiets een waterbad besparen door hem tussen mijn benen te klemmen.
De klap op de brugleuning kwam hard aan en confronteerde mij met mijn ribben. Ik heb er nog weken last van gehad. Om een echte Gieterse te worden, had ik trouwens wel in het water moeten belanden, zo ontdekte ik nadien, als ik verklaarde waarom ik zo schichtig bewoog.
Of het nu één rib uit mijn lijf was of meerdere, die lieten weten dat ze mijn roekeloze fietsgedrag niet konden waarderen, dat weet ik niet meer. Ik kan me ook niet herinneren of ik daarna voorzichtiger ben geworden als ik op de fiets door het dorp reed.
Ik heb ook eens een auto in de prak gereden op weg naar een afspraak, dat kostte me echt een rib uit mijn lijf.