Bericht voor thuisblijvers, 11 augustus
Arjen Hiemstra
Van oudsher is de basis veel kloosters een vierkant. Aan drie kanten bevinden zich kloostergangen, aan de vierde kant wordt gevormd door de kerk. Aan de kloostergangen zijn de ruimtes gelegen van het klooster: de eetzaal, de cellen voor de monniken de keuken en al die andere ruimtes die een rol spelen van de monniken. Dat vierkant is de kloosterhof.
In veel kloosterhoven groeien kruiden. Soms wat bloemen. En af en toe wat groenten of fruit. Maar het is altijd beperkt. Veel gebeurt er verder ook niet in de kloosterhof. Het is er stil. Die stilte is weldadig voor de mensen die er komen.
Dat is misschien wel symbolisch: in het klooster is alle ruimte voor de kloosterling om te groeien. Te groeien in geloof, in zicht op God en in ontvankelijkheid voor God en mensen. Die groei lukt pas als je je niet laat afleiden door alles wat de wereld naar mensen toeslingert. Die groei lukt pas als je loskomt van dagelijkse gedoe, de zaken die geregeld moeten worden, de wensen en eisen van anderen. Zelfs kloosterlingen mopperen wel eens dat ze het zo druk hebben in het klooster, “want er moet nog zoveel worden gedaan”.
Niet in het hart van het klooster, de kloosterhof. Daar is het stil. Daar groeien niet alleen de kruiden, bloemen en andere scheppingsgaven, maar ook de mens groeit daar. Want groei heeft ruimte nodig.
Misschien valt er voor ons nog iets van te leren?