Bericht voor thuisblijvers, 14 augustus

,

Johannes Kon

Bij ‘groeien’ denk ik aan allerhande “groen” – niet aan Allerhande. Ik heb in mijn leven nauwelijks een tuin gekend: ja, een zandbak in de ‘van Lawick van Pabststraat 21’ (1947) met de geur van seringen die ik nog altijd ruik, de kruisbessen in onze woonplaats Steenbergen (WB) en een volkstuin bij de HKI / Enka – de werkgever van mijn vader zaliger.

Ik mag natuurlijk mijn verblijf in park Sonsbeek niet vergeten (1981-1994) met een tuin vol bere(n)klauwen.

Ik uitte al eens eerder mijn wens om te weten, wat er in de Bijbel staat over alles wat het paradijs ons bracht / meende te brengen : welke planten worden er genoemd (naast de leliën des velds) en welke vogels (naast de bekende mussen, adelaar en de duif).

Maar ook de gier, struisvogel en valk komen voor en niet te vergeten de ooievaar, tortelduif en zwaluw, pelikaan en steenuil, zanglijster en roodstaart. Jezus blijkt met deze Palestijnse vogels een band te hebben. Bron: Algemene Bijbelse Encyclopedie, Servire, Den Haag, z.j.

Psychisch groeien tot de bedoelde mens: dat is weer een heel ander chapiter. Ben met mijn partner 10x op cursus in Tsjechië geweest om te groeien; nam ooit ergens iets mee van bijv. Avatar, Quantum Touch en Stemwerk.