Bericht voor thuisblijvers, 19 augustus

,

Jos Hordijk

Tijdens een wandeling met mijn zoon bespraken wij het onderwerp volhouden. Ik legde hem mijn moeite met het onderwerp uit: ‘ vroeger zeiden mensen tegen mij ’wat knap dat je studeert terwijl je drie kinderen hebt’. Maar die studies waren mijn uitje, mijn redding en hoe moeilijk was dat nou? Vincent luisterde rustig naar mijn verhaal en wist  meteen  wat ik bedoelde ‘tegen mij zeggen mensen vaak dat het fijn is dat ik zo rustig ben, wat ik onzin vind, want zo ben ik nu eenmaal, het is geen verdienste’.  We vielen van de ene anekdote in de andere over overdreven aandacht voor zaken die wij niet volhouden, maar ons makkelijk afgaan, terwijl het omgekeerde ook gebeurt,  onderwaardering voor wat we ploeterend bereiken of hoe we gewoon zijn.

Ineens  herinnerde ik me een tegeltje dat vroeger in de kamer hing:  Ik wou dat ik werken wou. Ik had zo’n hekel aan het huishouden, maar schaamde me voor de manier waarop ik mijn huishouding bestierde. Ik had een grote zolder waar de was hing te drogen. Als de kinderen ’s morgens schone kleren nodig hadden rende ik naar boven en rukte de kleren die ik nodig had van de waslijn en voelde me daar schuldig over. De schone was behoorde via de kledingkast te gaan. Nu lach ik om mijn opvattingen uit die tijd. Vincent vertelde  dat hij nu wel eens denkt aan wat ik vroeger zei: ‘Je moet willen wat je doet’.  Dat vraagt onderzoek naar wat je echt wilt.