Bericht voor thuisblijvers, 28 augustus

,

Arjen Hiemstra

Het ‘Onze Vader’ bidden we niet alleen voor ons zelf of in de kerk aan het einde van de gebeden, maar ook aan het einde van de dienst in het crematorium of op de begraafplaats. De laatste tijd merk ik dat daar steeds minder luidop wordt meegebeden door de aanwezigen. Een ouderling doet nog wel mee, een enkel kind van de overledene ook, maar de overige aanwezigen laten dat steeds vaker achterwege. Is dat nou erg?

“Ja natuurlijk is dat erg”, zult u zeggen: “dat laat zien dat mensen niets meer hebben met God nog gebod en dat is erg”. En ik zal niet ontkennen dat ook ik het jammer vind, dat mensen andere keuzes maken. Maar iemand ‘Onze Vader’ noemen, terwijl hij dat voor hen al jaren niet meer is, klinkt ook behoorlijk hypocriet. Dan kun je misschien ook maar beter je mond houden.

Erg vind ik het wel dat we in toenemend maten onze gemeenschappelijkheid verliezen. Dat we niet meer ‘Onze Vader’ kunnen zeggen, dat er geen gemeenschappelijk ritueel meer lijkt waarin we afscheid kunnen nemen van een dierbare. Dat er een cultuur verdwijnt, die misschien niet altijd geweldig was, maar die in ieder geval houvast gaf voor als je het even niet wist in je leven. Je kon nog ‘Onze Vader’ zeggen en het allemaal aan hem voorleggen.

Jammer! Het lijkt wel alsof je het nu allemaal zelf moet doen. En als je dat niet lukt, dan wordt je al snel geclassificeerd als (mentaal) ziek.

Ik houd het ‘Onze Vader’ er nog maar even in. Het geeft houvast.