Bericht voor thuisblijvers, 26 september
Elsje Pot
Wij woonden nog niet zo lang vlakbij Arnhem en gingen met de lift omhoog in de toren van de Eusebius. Daar was een tentoonstelling met fotomateriaal en wetenswaardigheden over de verwoesting in 1944. Vanaf de toren konden we het centrum van Arnhem goed bekijken en hoog boven in de toren drong pas goed tot mij door dat er bijna niks ouds in de binnenstad staat. Ik snapte voor het eerst waarom ik Arnhem zo lelijk vond: heel veel gebouwen, kantoren en flats waren in grote haast opgetrokken.
Inmiddels is Arnhem mij een stuk vertrouwder geworden en ben ik de stad steeds mooier gaan vinden, deels omdat er de afgelopen jaren veel verfraaid is, maar eigenlijk vind ik de parken het mooist aan Arnhem. Ik ontdek door de wandelingen die ik organiseer nog steeds nieuwe stukjes natuur in Arnhem. Ik houd van de afwisseling: de Rijn met de uiterwaarden, de parken met de bossen, vijvers en doorkijkjes, de Jansbeek die nu veel zichtbaarder aanwezig is, aan de noordkant van Arnhem de heuvelrijke bossen en aan de zuidkant het vlakke landschap en de weidsheid.
Door de wandelingen die ik organiseer, kijk ik steeds met andere ogen naar de stad. De ene keer ligt het accent op de natuur, een andere keer is het een combinatie van natuur en cultuur en soms voert de wandeling thematisch langs allerlei kunstwerken. Ik maak gebruik van wat er in de stad voorhanden is en dat levert elke keer weer nieuwe ontdekkingen op en mooie gesprekken.