Vanaf de zijlijn
Jos Hordijk
Koffie drinken roept associaties op aan Rita Corita met haar ‘koffie, koffie, lekker bakkie koffie’, de ouderen onder ons kunnen dat vast nog wel mee zingen. Ik drink al jaren geen koffie meer, ik ben niet zo’n beste slaper en koffie schijnt opwekkend te zijn. Slapen is zo iets heerlijks dus ik heb natuurlijk de koffie opgegeven. Het heeft niets geholpen! Maar ach, de uitnodiging ’kom een keer koffie drinken?‘ is ook maar een manier van spreken, het mag natuurlijk ook thee zijn.
In de kerk zijn op het ogenblik meerdere gelegenheden om koffie met elkaar te drinken, o.a. aansluitend op de kerkdienst, van die gelegenheid maak ik zelden gebruik. Ik fiets graag naar huis met de melodie van het slotlied in mijn hoofd, rustig overdenkend wat we gezongen hebben, wat ik gehoord heb, wie er waren. Een ander moment is op de dinsdag of donderdagochtend. Daar ben ik voor de vakantie verschillende keren geweest en ik vond het gezellig. Met een aantal mensen rond de tafel kennismaken, het gesprek liep alle keren ontspannen en er waren ook steeds andere mensen. Samen koffiedrinken met een koekje erbij is een vertrouwde Nederlandse gewoonte.
In de krant las ik laatst dat er kopjeskoffie-politiek bestaat, maar ik vraag me af wat daar precies mee bedoeld wordt. Misschien wil iemand mij dit eens uitleggen? Het klinkt niet positief, het klinkt als: ze is op de koffie gekomen, of koffiegeleuter, maar ik hoop dat ik het mis heb. Ik hoor het graag.