Vanaf de zijlijn

,

Arjen Hiemstra:

Er zijn veel beroepen die ik vroeger wilde kiezen. Kok wilde ik worden, accordeonist, later medisch analist, nog weer later arts; en toen mijn cijfers op het VWO tegenvielen verpleegkundige. Soms heb ik ook wel eens gedacht dat ik tuinman of boer had willen zijn. Maar het is dominee geworden.

Veel van deze potentiële beroepen zijn verbonden met mijn familie. De kok van ons gezin was mijn moeder. De muziek speelde een grote rol in haar familie: er waren voorouders die hun hele ziel en zaligheid over hadden voor het muziek­korps. Het verhaal gaat dat één van mijn grootouders zoveel tijd aan de plaatselijke fanfare besteedde, dat hij zijn bakkerszaak verwaarloosde en zijn gezin in armoede leefde.

De medische wereld had aantrekkingskracht vanwege de sterke verhalen van mijn vader, die in zijn diensttijd hospik was geweest. Boer leek me aardig omdat mijn vader en grootvader boerenarbeider zijn geweest. Tuinman omdat zij beide ook tuinman waren, mijn vader er zelfs een opleiding voor volgde en wij die studieverrichtingen (soms zelfs een slecht cijfer – wat hadden wij een leedvermaak!) van nabij volgden.

Dominee zijn combineert al deze beroepen: een goede preek is als een gerecht opgebouwd uit uitleg, wereld en spiritualiteit. In de liturgie is muziek heel belangrijk. In het pastoraat spelen gezondheidsveranderingen een grote rol.

En uiteindelijk is al je werk als het werk van een boer en een tuinman: je zaait wat, en dan moet je maar afwachten wat ervan komt. De Geest moet het doen.