Vanaf de zijlijn

,

Kees van Keulen

Ik heb meer dan 40 jaar bij de toenmalige PTT gewerkt, waarvan het grootste deel bij Tante Pos. Na een opleiding op het PTT-opleidingscentrum Voorlinden te Wassenaar (thans een museum voor moderne en hedendaagse kunst) was mijn eerste klus het opheffen van de sortering voor de postbezorging ’s middags. Er waren toen nog twee bestellingen per dag. Deze sortering vond in treinen plaats. Twee postwagons, waarin dit gebeurde, staan nu in het Spoorwegmuseum te Utrecht. Na omzwervingen via Den Haag, Arnhem, Den Haag, Amsterdam, Utrecht, Houten en Duiven sloot ik mijn postale loopbaan af als manager van het sorteercentrum in Het Broek, hier in Arnhem.

Toen ik in oktober 1970 in dienst trad, werd al verteld dat de hoeveelheid postzendingen, die toen nog groeide, aanzienlijk zou teruglopen. Het was een goed lopend bedrijf, “top of the world”, waar ik trots op was, dat voor mijn gevoel “van mij” was, waar een postbode nog een normaal gezinsinkomen kon verdienen. Maar welke idioot gaat zo’n bedrijf (in 1989) privatiseren? Waarom moest en zou er concurrentie komen, met dagelijks meer bezorgers (met “pulpbanen”) aan de deur? Waarom moest het bedrijf (in 1994) de aandelenbeurs op? Ik weet het, de top ging het alleen om geld, macht, aanzien, maar het gevoel dat het bedrijf “van mij” was, was ik kwijt. Het werd eigendom van de aandeelhouders. Was ik voorheen trots op de maatschappelijke functie, die het bedrijf had, het werd een vies woord, waarover we het niet meer mochten hebben. Het bedrijf is kapot gemaakt. Daar was geen 40 jaar voor nodig.

Lang leve de privatisering! Lang leve het grote geld!