Vanaf de zijlijn

,

Jos Hordijk

Veertig jaar geleden was het 1981. We zaten midden in de tweede feministische golf. Ik sloot me aan bij een werkgroep in Duiven om een vrouwencafe van de grond te tillen. In Zevenaar begon een Voscursus , vrouwen oriënteren zich op de samenleving. Een lieve dame uit de kerk, iets ouder dan ik vond het zo leuk toen ik haar vertelde over die cursus, dat ze mij aanmoedigde om er naar toe te gaan. ’Dan kom ik op je kinderen passen’ zei  ze. Ik ging er met een vriendin naar toe en de wereld ging voor me open. Het duurde niet lang of ik gaf de Voscursus zelf. Het was de tijd van de moedermavo, de weekends in vrouwenvormingscentra, praatgroepen,  feministische theologie. In het hele land waren bijeenkomsten voor vrouwen op verschillende gebieden. Ik zong bij  vrouwengroep ’t klapstuk’ liedjes over ons leven, we waren beroemd in heel Gelderland.

In diezelfde periode zong ik ook bij een christelijk koor in Zevenaar: Door eendracht sterk. Daar leerde ik een bondslied, van welke bond is mij onbekend: Eén in geest en streven, één in lied en leven, één in daad en woord. Eén in ’t rijk der klanken. Eén om God te danken. Eén bij lof akkoord. Eén zij ons doel. Waar ’t reinst gevoel. Eendracht wekt en kracht in ’t streven. Moge God dat geven.

Het hoorde allemaal bij elkaar, het religieuze en het feministische spoor. We wilden vooruit, zonder met het badwater het kind weg te gooien, zingen hielp ons bij onze bewustwording.