Vanaf de zijlijn

Jos Hordijk

In de jaren dat ik bij RijnIJssel werkte ben ik menigmaal met mijn klas naar het openlucht museum geweest. De hele afdeling ging mee en daar gingen wij dan met al die buitenlanders op een soort schoolreisje. De eerste jaren gaf ik veel les aan jonge mannen en vrouwen die hier kwamen om met iemand te trouwen. Meisjes die vanaf jonge leeftijd thuis in de huishouding werkten en wel met die verre neef in Nederland wilde trouwen en het avontuur tegemoet gingen. Moeders met een groot gezin die ineens ook op les mochten omdat de regels weer eens veranderd waren. De vrouwen die opvoedingsondersteuning kregen zodat ze hun kinderen beter vooruit konden helpen. En jaren later de vluchtelingen uit Iran en Irak. Eens per jaar gingen we met z’n allen naar het openluchtmuseum. Moeders wiebelend op van die enge stelten, moeders op de skelters, in het klimrek, wat hebben we gelachen. Jonge mannen die zich afvroegen wat er aan die kleine huisjes te zien was. ’ Zo zien de huizen erbij ons ook uit, niks bijzonders, wat moeten wij hier?’ Wat hadden we een plezier met elkaar. Iedereen had wat lekkers bij zich, we picknickten in het gras en al het eten werd gedeeld. We zongen liedjes en deden Turkse, Marokkaanse, Amerikaanse en Poolse spelletjes. De mensen kwamen overal vandaan. Het was al een voorecht om hen les te geven, een dag naar het museum was helemaal het neusje van de zalm. Zo’n dagje vloog voorbij. De herinneringen blijven, de foto’s ook.