Vanaf de zijlijn

,

Elsje Pot

Over welke oma zal ik het hebben? Ik ben (nog) geen oma, dus die valt af. Toen onze kinderen er waren, werden mijn (schoon)ouders: opa en oma Heiloo en opa en oma Bergen. Mijn opa’s en oma’s werden gewoon met hun achternaam aangeduid. Ik realiseer me nu dat, mocht ik ooit oma worden, ik ‘oma Pot’ zal zijn. Ik weet niet of ik dat leuk vind.

Mijn ‘oma Pot’ was een apart type, opgegroeid in de Jordaan. Ze had een gat in haar hand. Dat bracht mee dat ze al snel allerlei nieuwigheden in huis had: een pick-up met plaatjes van de The Blue Diamonds, Heintje, de Zangeres Zonder Naam en ook kinderliedjes. Ze liet zich gemakkelijk van alles aansmeren: ze had het hele assortiment van het destijds populaire Tupperware in huis.

Vrijgevig was ze; als ze kwam kreeg je een Mars en als je zei dat je iets mooi vond, kreeg je het meteen mee. Zo wilde ze mij een ketting meegeven, die ze zelf ook heel mooi vond. Ik weigerde. Na haar dood bleek de ketting met een andere liefhebber te zijn vertrokken.

In de zomervakanties logeerde ik altijd een paar dagen bij haar. Ik herinner me een uitstapje naar Amsterdam, ik was een jaar of 16. Mijn oma op onpraktische zeer hoge hakken en een knalrode redelijk blote jurk, die op een feestelijke avond niet misstaan had, gierend van de lach om iets waar ik geen herinneringen aan heb.

Spijt van die ketting heb ik wel.

https://youtu.be/9R1gKBkr8tU