Vanaf de zijlijn
Aris Johannes Kon
Meestal denk ik dan: O, pruimen! Mijn werkgever in West-Brabant zei altijd: eet zoveel als je wilt in de boomgaard! Dat deed je natuurlijk maar één halve dag. Het paradijs was snel verstoord; shit dus!
‘Opruimen’ is een levensbedreigend probleem geworden; daar kan geen coach à la Marie Kondo tegenop. Ik gooi niets weg: althans geen kranten en weekbladen en al helemaal geen boeken (wat bescheiden duizenden; opgeslagen in Arnhem, Babberich, ’s Graveland etc.). Ergens daaronder moet zich toch de ‘steen der wijzen’ bevinden …?
Ik word ervoor behandeld, zou Koot (of Bie) zeggen; ‘anale fixatie’, zegt mijn psycholoog. De parkeerplaats voor mijn flat ruim ik graag op; ook blikjes en ander ‘afval’ dat mij voor de voeten komt, depositeer ik graag en vol overgave.
Maar die nazaten dan: het op- en uitruimen van mijn woonplek kost hen minimaal 3 maanden. Ik betreur dat. De brandweer zou mijn appartement heel graag ontruimen, maar krijgt nu nog geen kans. Wat moet je dan met al die (literaire en theologische) boekwerken. Who cares?
Johannes does.