Vanaf de zijlijn

,

Jos Hordijk

De buurvrouw appt of ik een stapel Margrieten wil hebben. Mijn eerste gedachte is ‘leuk voor de kleinkinderen, dan kunnen ze collages maken’ tot ik me realiseer dat kinderen zulke opdrachten tegenwoordig digitaal doen. Wat volgt is een dilemma, de Margrieten afwijzen of gewoon makkelijk zijn en ja hoor zeggen. De buurvrouw moet er natuurlijk ook vanaf en als ik haar kan helpen doe ik dat. Zo komt de eerste stapel Margrieten mijn huis binnen en er volgen er meer. In mijn kast liggen ze nu op mij te wachten tot ik eraan begin, maar er is mij iets wonderlijks overkomen deze winter. Ik ben maanden geleden aan het lezen van Het bureau van Voskuil begonnen en daar ben ik aan verslaafd geraakt. Ik geniet van die verhalen. Eerlijk gezegd had ik het laatste boek deze week uit en ben ik weer van voren af aan begonnen en ik smul er ook deze keer weer van. Ondertussen stapelen de kranten zich op en roept Jose weleens ‘kan ik de kranten al opruimen?’ Nee, de kranten wil ik ook lezen en ik breng ze zelf wel naar de papierbak als ik ze (grotendeels) gelezen heb. Toch bewaar ik de Margrieten ook, wie weet kan ik ze van de zomer aan het strand wel lezen. Ten zij ik iemand anders er een plezier mee kan doen, want is weggeven ook niet vaak opruimen en hopen dat een ander er nog plezier van heeft?