Vanaf de zijlijn
Elsje Pot
Met opruimen heb ik een haat-liefde verhouding. Ik houd van een opgeruimde werkplek, een opgeruimd huis en opgeruimd hoofd, maar doorgaans is het overal een rommeltje. Als de puinhoop te groot wordt, ga ik opruimen. Ik neem me dan voor om het nu echt eens netjes te houden, alles opbergen waar het hoort, als ik een taak heb afgerond. Maar helaas binnen de kortste keren ziet mijn bureau er weer uit alsof er een veldslag heeft plaatsgevonden.
Toen wij de huizen van mijn ouders en schoonouders moesten leegmaken, waar zij allen ruim 40 jaar hadden gewoond, moest er heel veel opgeruimd worden. Tijdens die werkzaamheden dacht ik: nu moet ik thuis ook aan de slag, dit wil ik mijn kinderen niet aandoen. Het is er nog niet van gekomen, het is gebleven bij een vroom voornemen.
Een aantal weken geleden ruimde ik een keukenkastje op waar zich alle kruiden en specerijen verzameld hadden. Dat leverde diverse verdubbelingen van aangebroken zakjes en potjes op. Ik geloof dat ik er deze keer in geslaagd ben een systeem te bedenken dat ik tijdens elke kookbeurt weet te handhaven, want het kastje blijft redelijk op orde. Misschien begin ik het na al die jaren toch nog eens te leren.
En een opgeruimd hoofd? Misschien lukt dat nog het beste, het is er zelden een chaos. Ik kan redelijk goed plannen (zei ze bescheiden) en doe wat er gedaan moet worden, blijkbaar vind ik dat belangrijker dan een opgeruimd huis of bureau.