Vanaf de zijlijn

,

Pierre Eijgenraam

Mijn opa Teunis van der Hoek (1903-1996) heeft bijna de hele twintigste eeuw meegemaakt. Het boek dat Geert Mak schreef over de eeuw van zijn vader had in zekere zin ook over mijn opa kunnen gaan. Als jonge man werkte hij op een groot stoomschip dat naar Nederlands-Indië voer –en weer terug. Daarna werd hij brood- en banketbakker in Harderwijk. In de oorlogstijd had hij tuberculose en lag in een sanatorium. De bakkerij verhuurde hij aan zijn broer en als kunstschilder slaagde hij erin nog wat extra te verdienen. Na de oorlog werd hij makelaar en dat heeft hij tot zijn 75e volgehouden.

Hij overleed op 1 mei 1996. In de uitvaartdienst vertelden we als kleinkinderen (niet allemaal, want hij had er bijna dertig) over onze opa. Voor ons was er in heel Europa niemand zoals hij. Even later vertelde mijn moeder over een rechtlijnige strenge vader, die elke morgen om vier uur opstond en elke avond op pad was voor de kerk. Tijd voor zijn eigen kinderen had hij niet, maar vaders wil was altijd wet.

Ik was geschokt. Het leek wel alsof ze over heel iemand anders vertelde dan wij hadden gedaan. Gelukkig vertelde mijn moeder ook dat opa in zijn latere leven milder en opener was geworden en meer van het leven had genoten. De tijden waren veranderd, maar opa is gelukkig in staat geweest om mee te veranderen.

Ik hoop dat mijn (klein)kinderen dat ooit ook over mij kunnen zeggen.