Vanaf de zijlijn

,

Jos Hordijk

Tijd is aan verandering onderhevig, , mijn gevoelens en mijn blik op vroeger ook. Wat was ik opstandig als kind en wat kijk ik nu met liefdevolle blik terug .

Als het vroor verschenen er bloemen op de ramen van de slaapkamer waar mijn zus en ik een tweepersoonsbed deelden en wat af vochten. Aan tafel moesten wij (6) kinderen zwijgend ons bord leeg eten. Deur dicht, riepen mijn ouders, want anders zou de warmte van de kolenkachel, later een oliekachel, ontsnappen naar de koude gang. De rest van het huis was gewoon koud. We werden gedrild om te spreken met 2 woorden, ja mama, nee papa. De meester op school deelde wel eens een tik uit, die zou ik dan wel verdiend hebben.

Op maandag, wasdag stond mijn moeder buiten in de kou in twee teilen te wassen te spoelen en te wringen. Ze zong daarbij het hoogste lied. Als ik uit school kwam hoorde ik haar van verre al zingen, psalmen en gezangen. Toen mijn moeder na een korte ziekte stierf werd daar niet met ons over gesproken, niet thuis en niet op school, het woord rouw kenden wij niet.

Toen ik zelf kinderen kreeg begon ik over het leven van mijn ouders na te denken en voelde ik zoveel compassie en liefde. Wat deden ze het goed, onder die omstandigheden. Het zingen moet mijn moeder geholpen hebben. Ik zing ook graag en kijk met mildheid naar het leven van mijn ouders, vooral naar dat van mijn moeder die maar 51 jaar is geworden.